inzegen
- in·ze·gen
vervoeging van |
---|
inzegenen |
inzegen
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzegenen
- ... dat ik inzegen.
- Het woord inzegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
inzegenen |
inzegen