Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·za·mel·de

Werkwoord

vervoeging van
inzamelen

inzamelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inzamelen
    • ... dat ik inzamelde. 
    • ... dat jij inzamelde. 
    • ... dat hij, zij, het inzamelde.