invochtten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: invochtten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·vocht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
invochten |
invochtten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van invochten
- ...dat wij invochtten.
- ...dat jullie invochtten.
- ...dat zij invochtten.
- ...dat wij invochtten.