• in·ves·teert
vervoeging van
investeren

investeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van investeren
    • Jij investeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van investeren
    • Hij investeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van investeren
    • Investeert!