inverteert
- Geluid: inverteert (hulp, bestand)
- in·ver·teert
vervoeging van |
---|
inverteren |
inverteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inverteren
- Jij inverteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inverteren
- Hij inverteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inverteren
- Inverteert!
- Het woord inverteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.