inventariseer
- in·ven·ta·ri·seer
vervoeging van |
---|
inventariseren |
inventariseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inventariseren
- Ik inventariseer.
- gebiedende wijs van inventariseren
- Inventariseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inventariseren
- Inventariseer je?
- Het woord inventariseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.