Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·typt

Werkwoord

vervoeging van
intypen

intypt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intypen
    • ... dat jij intypt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intypen
    • ... dat hij intypt.