introduceert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·tro·du·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
introduceren |
introduceert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van introduceren
- Jij introduceert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van introduceren
- Hij introduceert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van introduceren
- Introduceert!