interroger
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
interroger |
interrogeais |
interrogé |
eerste groep | volledig |
interroger
- overgankelijk ondervragen
- wederkerend s'~ sur: zich afvragen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
interroger |
interrogeais |
interrogé |
eerste groep | volledig |
interroger