institutionaliseert
- in·sti·tu·ti·o·na·li·seert
vervoeging van |
---|
institutionaliseren |
institutionaliseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institutionaliseren
- Jij institutionaliseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institutionaliseren
- Hij institutionaliseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van institutionaliseren
- Institutionaliseert!
- Het woord institutionaliseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.