insisteerde
- Geluid: insisteerde (hulp, bestand)
- in·sis·teer·de
vervoeging van |
---|
insisteren |
insisteerde
- enkelvoud verleden tijd van insisteren
- Ik insisteerde.
- Jij insisteerde.
- Hij, zij, het insisteerde.
- Ik insisteerde.
- Het woord insisteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.