innoveert
- in·no·veert
vervoeging van |
---|
innoveren |
innoveert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van innoveren
- Jij innoveert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van innoveren
- Hij innoveert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van innoveren
- Innoveert!
- Het woord innoveert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.