inmetselt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  inmetselt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·met·selt

Werkwoord

vervoeging van
inmetselen

inmetselt

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inmetselen
   

   • ... dat jij inmetselt. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inmetselen
   

   • ... dat hij inmetselt. 

Gangbaarheid

• Het woord inmetselt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.