inlos
- in·los
vervoeging van |
---|
inlossen |
inlos
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlossen
- ... dat ik inlos.
- Het woord inlos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
inlossen |
inlos