injecteert
- Geluid: injecteert (hulp, bestand)
- in·jec·teert
vervoeging van |
---|
injecteren |
injecteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injecteren
- Jij injecteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injecteren
- Hij injecteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van injecteren
- Injecteert!
- Het woord injecteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.