inhuurden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·huur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inhuren |
inhuurden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inhuren
- ...dat wij inhuurden.
- ...dat jullie inhuurden.
- ...dat zij inhuurden.
- ...dat wij inhuurden.