influister
- Geluid: influister (hulp, bestand)
- in·fluis·ter
vervoeging van |
---|
influisteren |
influister
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren
- ... dat ik influister.
- Het woord influister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.