infiltreerde
- in·fil·treer·de
vervoeging van |
---|
infiltreren |
infiltreerde
- enkelvoud verleden tijd van infiltreren
- Ik infiltreerde.
- Jij infiltreerde.
- Hij, zij, het infiltreerde.
- Ik infiltreerde.
- Het woord infiltreerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.