indbyggers
Deens
Woordafbreking
- ind·byg·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel ind-
Naar frequentie | 135044 |
---|
Zelfstandig naamwoord
indbyggers, g
- onbepaalde vorm genitief enkelvoud van innbygger
Naar frequentie | 135044 |
---|
indbyggers, g