inboekte
- in·boek·te
vervoeging van |
---|
inboeken |
inboekte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inboeken
- ... dat ik inboekte.
- ... dat jij inboekte.
- ... dat hij, zij, het inboekte.
- ... dat ik inboekte.
- Het woord inboekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.