inblaas

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  inblaas    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·blaas

Werkwoord

vervoeging van
inblazen

inblaas

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inblazen
   

   • ... dat ik inblaas. 

Gangbaarheid

• Het woord inblaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.