impulseren
- Geluid: impulseren (hulp, bestand)
- im·pul·se·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
impulseren |
impulseerde |
geïmpulseerd |
zwak -d | volledig |
impulseren
- Het woord 'impulseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.