Deens

Uitspraak
  • IPA: / ˈilˀd /

Zelfstandig naamwoord

ilt, g

  1. zuurstof

Verwijzingen


Faeröers

Woordherkomst en -opbouw
  • [1]: Afkomstig van het Deense ilt
  • [2-3]: Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord illur

Zelfstandig naamwoord

ilt, o

  1. zuurstof
  2. woede
  3. slechtheid