idealiseerde
- ide·a·li·seer·de
vervoeging van |
---|
idealiseren |
idealiseerde
- enkelvoud verleden tijd van idealiseren
- Ik idealiseerde.
- Jij idealiseerde.
- Hij, zij, het idealiseerde.
- Ik idealiseerde.
- Het woord idealiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.