• hun·den
Naar frequentie 1814

hunden

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hund


  • hun·den
Naar frequentie 979

hunden

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hund


  • hun·den

hunden

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van hund


vervoeging van
hundir

hunden

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hundir


Naar frequentie 1285

hunden

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hund