huiverde
- hui·ver·de
vervoeging van |
---|
huiveren |
huiverde
- enkelvoud verleden tijd van huiveren
- Ik huiverde.
- Jij huiverde.
- Hij, zij, het huiverde.
- Ik huiverde.
- Het woord huiverde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.