huisvliegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huisvliegen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- huis·vlie·gen
Zelfstandig naamwoord
de huisvliegen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord huisvlieg
Gangbaarheid
- Het woord huisvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.