huisregeltje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  huisregeltje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• huis·re·gel·tje

Zelfstandig naamwoord

het huisregeltje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord huisregel

Gangbaarheid

• Het woord huisregeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.