hoofdbewoners

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hoofdbewoners    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoofd·be·wo·ners

Zelfstandig naamwoord

de hoofdbewoners mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoofdbewoner

Gangbaarheid

• Het woord hoofdbewoners staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.