honderdvijfenveertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·vijf·en·veer·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de honderdvijfenveertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord honderdvijfenveertig

Gangbaarheid