honderdvierendertigjarigs
- hon·derd·vier·en·der·tig·ja·rigs
honderdvierendertigjarigs
- partitief van de stellende trap van honderdvierendertigjarig
- Het woord 'honderdvierendertigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
honderdvierendertigjarigs