honderdeenentwintigjarigs
- hon·derd·een·en·twin·tig·ja·rigs
honderdeenentwintigjarigs
- partitief van de stellende trap van honderdeenentwintigjarig
- Het woord 'honderdeenentwintigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
honderdeenentwintigjarigs