honderddrieënzestigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·drie·en·zes·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het honderddrieënzestigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord honderddrieënzestig

Gangbaarheid