• IPA: /ɦladɔviː/
  • hla·do·ví

hladoví

  1. nominatief bezield mannelijk meervoud van hladový
  2. vocatief bezield mannelijk meervoud van hladový

hladoví

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hladovět
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord hladovět
  1. hladovějí