• hie·ven
vervoeging van
heffen

hieven

  1. meervoud verleden tijd van heffen
    • Wij hieven. 
    • Jullie hieven. 
    • Zij hieven. 
     Ondertussen was de tafel mooi gedekt en stond hij vol eten. We hieven het glas.[1]
39 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be