hielp weg
- hielp weg
vervoeging van |
---|
weghelpen |
hielp weg
- enkelvoud verleden tijd van weghelpen
- Ik hielp weg.
- Jij hielp weg.
- Hij, zij, het hielp weg.
- Ik hielp weg.
- Het woord hielp weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.