• hie·len

de hielenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hiel
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


vervoeging van
helar

hielen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van helar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van helar