Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heup·wieg·de

Werkwoord

vervoeging van
heupwiegen

heupwiegde

  1. enkelvoud verleden tijd van heupwiegen
    • Ik heupwiegde. 
    • Jij heupwiegde. 
    • Hij, zij, het heupwiegde.