hervir
- her·vir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hervir |
hervía |
hervido |
volledig |
hervir
- onovergankelijk koken (van een vloeistof)
- bruisen
- overgankelijk koken, aan de kook brengen
- hervir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española