herverzekerde
- her·ver·ze·ker·de
vervoeging van |
---|
herverzekeren |
herverzekerde
- enkelvoud verleden tijd van herverzekeren
- Ik herverzekerde.
- Jij herverzekerde.
- Hij, zij, het herverzekerde.
- Ik herverzekerde.
- verbogen vorm van herverzekerd, voltooid deelwoord van herverzekeren
- Het woord herverzekerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.