herriep
- her·riep
vervoeging van |
---|
herroepen |
herriep
- enkelvoud verleden tijd van herroepen
- Ik herriep.
- Jij herriep.
- Hij, zij, het herriep.
- Ik herriep.
- Het woord herriep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
herroepen |
herriep