herregistreer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·re·gis·treer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herregistreren |
herregistreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herregistreren
- Ik herregistreer.
- gebiedende wijs van herregistreren
- Herregistreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herregistreren
- Herregistreer je?
Gangbaarheid
- Het woord herregistreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.