Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·pro·gram·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
herprogrammeren

herprogrammeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van herprogrammeren
    • Ik herprogrammeerde. 
    • Jij herprogrammeerde. 
    • Hij, zij, het herprogrammeerde.