herprogrammeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·pro·gram·meer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herprogrammeren |
herprogrammeerde
- enkelvoud verleden tijd van herprogrammeren
- Ik herprogrammeerde.
- Jij herprogrammeerde.
- Hij, zij, het herprogrammeerde.
- Ik herprogrammeerde.