Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·op·voed·de

Werkwoord

vervoeging van
heropvoeden

heropvoedde

  1. enkelvoud verleden tijd van heropvoeden
    • Ik heropvoedde. 
    • Jij heropvoedde. 
    • Hij, zij, het heropvoedde.