Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·op·bouw·de

Werkwoord

vervoeging van
heropbouwen

heropbouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van heropbouwen
    • Ik heropbouwde. 
    • Jij heropbouwde. 
    • Hij, zij, het heropbouwde.