• her·lan·ceer
vervoeging van
herlanceren

herlanceer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herlanceren
    • Ik herlanceer. 
  2. gebiedende wijs van herlanceren
    • Herlanceer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herlanceren
    • Herlanceer je?