herlaadde
- her·laad·de
vervoeging van |
---|
herladen |
herlaadde
- enkelvoud verleden tijd van herladen
- Ik herlaadde.
- Jij herlaadde.
- Hij, zij, het herlaadde.
- Ik herlaadde.
- Het woord herlaadde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.