herkauw
- her·kauw
vervoeging van |
---|
herkauwen |
herkauw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkauwen
- Ik herkauw.
- gebiedende wijs van herkauwen
- Herkauw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkauwen
- Herkauw je?
- Het woord herkauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.