• her·in·ner·de
vervoeging van
herinneren

herinnerde

  1. enkelvoud verleden tijd van herinneren
    • Ik herinnerde. 
    • Jij herinnerde. 
    • Hij, zij, het herinnerde. 
     Ook die herinnerde hem aan het jeugdavontuur op de Hardangervidda, waar alles begonnen was, waar in ieder geval zijn leven als ingenieur begonnen was.[1]
  2. verbogen vorm van herinnerd, voltooid deelwoord van herinneren
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142