Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·bouw·de

Werkwoord

vervoeging van
herbouwen

herbouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van herbouwen
    • Ik herbouwde. 
    • Jij herbouwde. 
    • Hij, zij, het herbouwde. 
  2. verbogen vorm van herbouwd, voltooid deelwoord van herbouwen